god's Gym

Auteur Leon de Winter
Periode Modernen: C. Na W.O. II
Stipkleur Blauw
Plaats van uitgave Amsterdam
Jaar van uitgave 2002
Vorm Roman

Leesverslag

Inhoud:

De Proloog is een verklaring van God, de grote zwarte eigenaar van de sportschool God’s Gym, hoe het zover heeft kunnen komen dat Mirjam Koopman, een leerlinge die bij hem achter op de motor zat, op haar verjaardag omkwam tijdens een ongeluk. We horen over het verleden van alle betrokkenen. 
Op 22 december 2000, de dag dat Mirjam Koopman, dochter van de halfjoodse scriptschrijver Joop Koopman, 17 jaar wordt, heeft zij een afspraak met haar vriendinnen om te lunchen. Als ze vertrokken is, krijgt Joop een telefoontje van Philip, een oude schoolvriend, of hij wil langs komen. Philip vraagt hem of hij undercover wil werken voor de Mossad. Hij moet contact leggen met Omar, een Nederlandse Marokkaan, die wordt verdacht van terrorisme. 
In eerste instantie wil Joop weigeren, maar hij krijgt te horen dat zijn dochter gewond is geraakt. Uiteindelijk sterft Mirjam. Joop geeft in een roes van verdriet toestemming voor een harttransplantatie. Hij vervalt in een diepe en sombere rouw. 
Dan, op een dag, komt God langs. Hij is in tranen en draagt zijn leven op aan Joop. Joop kan het hem niet vergeven dat hij haar achterop heeft genomen. Maar God blijkt een goedmoedige en vriendelijke jongen te zijn die alles voor Joop overheeft (hij heeft zelfs zijn sportschool verkocht en wil van het geld dat hij ervoor heeft gekregen een tempel op het graf van Mirjam laten bouwen en bekeert zich tot het jodendom). 
Door deze ongelukkige omstandigheden in Joops leven gaat hij toch in op Philips aanbod, voornamelijk voor het geld. Hij raakt inderdaad aan de praat met Omar, die een aardige en praatgrage jongeman blijkt te zijn. Ze krijgen een band. Omar wil een postorderbedrijf voor moslims op internet zetten en heeft veel vrienden die ‘hacken’. 
Dan komt Linda opeens opduiken, een nicht op wie Joop vroeger verliefd was. Zij is bekeerd tot het boeddhisme. Linda en Joop worden opnieuw verliefd op elkaar. Zij beweert dat de monnik de reïncarnatie is van Joops grootvader die voor de oorlog miljoenen heeft achtergelaten op een Zwitserse bank. In eerste instantie gelooft Joop het niet, maar nadat hij de man heeft gezien en met hem heeft gesproken begint hij toch te twijfelen. Samen met de directeur van een bank worden er papieren opgesteld en Joop zet zijn handtekening eronder. Nadat hij dat heeft gedaan hoort hij niets meer van Linda, hij is bedrogen en naar de miljoenen kan hij fluiten. 
Plotseling wil Joop weten wie het hart van zijn dochter heeft gekregen na het ongeluk. En omdat de familie van de draagster van Mirjams hart zich niet kenbaar wil maken, komt Joop op het idee dat Omar en zijn vrienden hem daar wel eens mee zouden kunnen helpen. 
Philip komt erachter dat Joops relatie met Omar anders verloopt dan de bedoeling is en moet Omar nu liquideren. Philip heeft ervoor gezorgd dat Alia Nuri het hart van Mirjam heeft gekregen. Als Omar erachter zou komen waar zij in werkelijkheid verblijft, zou het heel gevaarlijk zijn voor de Iranese familie en voor de Mossad. Van Omar horen we in het boek niets meer terug. 
Philip helpt Joop verder en zorgt ervoor dat hij Alia Nuri kan ontmoeten zonder dat zij weet wie Joop is. 
Het boek eindigt met een Epiloog, nadat Joop weer thuis is en met God praat over wat er allemaal is gebeurd met Linda en de ontmoeting in Portland. Verder schrijft God in de Epiloog over de mensen die op 22 december 2000 door het noodlot betrokken waren bij het ongeluk.

 

Verdieping:

De roman bestaat uit een Proloog en een Epiloog, die drie delen van zeer ongelijke lengte omsluiten. De proloog (12 pagina's) wekt de indruk een 'Prolog im Himmel' te zijn. De proloog heeft namelijk de vorm van enkele 'Notities van God voor dhr. Koopman'. Die notities betreffen 'De samenloop der omstandigheden op 22 december 2000'.

De lezer weet dan nog niet dat met God geen hemelse godheid wordt bedoeld, maar een drievoudig wereldkampioen karate, bijgenaamd God(zilla). Vanuit kosmisch perspectief wordt een visie ontvouwd op de aarde van 300 miljoen jaar geleden. Vanuit dat perspectief worden twaalf omstandigheden geschetst - naar analogie van de twaalf apostelen? - die allemaal later blijken samen te hangen met het ongeluk van Mirjam. Vanuit dit kosmisch perspectief zijn Mirjams dood en Joops verdriet te verwaarlozen nietigheden.

De Epiloog (18 pagina's) heeft eenzelfde opzet en teneur. Weliswaar hangt in macroverband alles met alles samen, maar die samenhang is voor ons mensen volstrekt raadselachtig. Begrip van of inzicht in de loop der gebeurtenissen is voor ons niet weggelegd.

Deel I (112 pagina's, 15 hoofdstukken) bestrijkt de periode van 22 t/m 31 december 2000 en schetst Joops eerste contact met Philip, het ongeluk van Mirjam en Joops nadere kennismaking met Erroll en speelt zich af in Los Angeles. Deel II (193 pagina's, 24 hoofdstukken) begint ongeveer twee maanden later en beslaat meer dan de helft van de roman. Tal van verhaallijnen lopen in dit deel door elkaar: Philip, Omar en het trio Linda-Usso-Hürlimann leveren hun bijdrage aan de rijkelijk ingewikkelde plot. Deel III (16 pagina's, 4 hoofdstukjes) is een minideel. Linda valt door de mand als frauduleuze monnik. Joop heeft een vluchtige ontmoeting met het meisje dat Mirjams hart draagt. Dit deel eindigt in de loop van maart 2001 en vind voornamelijk plaats in San Francisco. 

Hoewel het tijdsverloop in de roman nauwkeurig wordt aangegeven, wordt het verhaal niet chronologisch verteld. In flashbackfragmenten verneemt de lezer bijvoorbeeld de hele liefdesgeschiedenis van Joop en Ellen, vanaf de eerste kennismaking tot hun scheiding.

Het verhaal is geschreven in het hij-perspectief. De verteller is de schrijver. Dat wil zeggen dat er sprake is van een alwetende verteller. Leon de Winter heeft het steeds over Joop, Mirjam, Philip, ‘hij’ en ‘zij’. Hij heeft dus geen ik-persoon aangewezen. Toch krijg je veel te weten over de gedachten en gevoelens van Joop. Bij dit stukje kwam dat sterk naar voren:

“De eerste minuut bleef hij liggen en vroeg zich af waarom hij rond deze tijd op de bank in de woonkamer lag. Een moment heerste er vrede, want hij nam aan dat Mirjam in bed lag. Tot zich opeens, in felle flarden die vanaf de verste uithoeken van zijn geheugen naar zijn hart schoten (vreemd genoeg was het een fysieke gewaarwording die in het binnenste van zijn borstkas speelde), de gebeurtenissen van de afgelopen dagen tot een coherent geheel verenigden en de onacceptabele notie zich opdrong dat Mirjams bed onbeslapen was en dat zij nooit meer naar beneden zou komen. Hij sprong op, ziek van de beelden in zijn kop, vloog naar boven en wierp de deur van haar kamer open.” 

 

Thema:

Een constante in de thematiek van De Winters romans is de identiteitsvraag. Met name de vraag naar de joodse identiteit van zijn hoofdpersonen keert in vrijwel al zijn romans terug. Dat is ook in God's Gym het geval. Joop, half joods en agnost, is niet geïnteresseerd in zijn identiteit. De ontmoeting met Philip, die zich volledig inzet voor 'de goede zaak' - de veiligheid van Israël - brengt daarin verandering. Hij wordt gedwongen zich af te vragen of zijn joodse identiteit iets voor hem betekent.

Een vast procédé bij De Winter is dat de hoofdpersoon plotseling een dramatische gebeurtenis overkomt. Die dwingt hem wanhopig op zoek te gaan naar een nieuwe identiteit, een nieuwe invulling van zijn bestaan. Zo vergaat het ook Joop. Door de abrupte dood van Mirjam wordt hij gedwongen na te denken over dood en leven, gaat hij op zoek naar inzicht, wil hij begrijpen waarom de dingen gebeuren zoals ze gebeuren.

Maar Joop stuit op de onmogelijkheid dat inzicht te verwerven. De waarheid is onachterhaalbaar. Weliswaar valt in kosmisch verband te constateren, dat alles met alles samenhangt, maar op een volstrekt ondoorgrondelijke manier. In het kader van ons microbestaan doen de gebeurtenissen zich voor als pure toevalligheden.

Een ander belangrijk thema is de relatie tussen vader en dochter. Zeker in het eerste deel van het boek ligt de focus bij de relatie tussen Joop en Mirjam, De Winter omschrijft deze relatie maar omschrijft ook de veranderingen die deze relatie door de jaren heen heeft ondergaan. Joop zelf kijkt ook naar zijn relatie met zijn dochter, en vraagt zich soms af of het normaal is om bijvoorbeeld haar vrouwelijke lichaam te bewonderen ook al zijn daar geen seksuele gevoelens aan verbonden. 

 

Personages:

De Winters verhalen zijn puur op de handeling gericht. Psychologische verdieping moet men van hem niet verwachten. Philip en Linda, Omar en God(zilla): gedirigeerd door het toverstokje van de auteur verschijnen en verdwijnen ze even willekeurig, na kortere of langere tijd hun rol gespeeld te hebben.

De enigen die wat meer profiel krijgen, zijn vader en dochter Joop en Mirjam. Van Mirjam tekent De Winter een sympathiek meisjesportret. Tussen vader en dochter bestaat een voelbare genegenheid. Hoewel Joop haar nogal angstvallig beschermt - vóór haar achttiende geen rijbewijs, geen alcohol en geen seks -, gaat ze op een opgewekte, niet-rebellerende manier haar eigen gang.

Joop heeft van de auteur een aantal autobiografische trekken meegekregen: joods, jeugd in Den Bosch, opleiding, werk, woonplaats, leeftijd. Joop is een echt De Winter-personage, een man die tegen de vijftig loopt en in een crisis raakt. Verder is hij het prototype van de westerse mens. Om zich heen ziet hij allerlei mensen met een vast geloof of een stellige overtuiging (jood, islamiet, boeddhist), maar zelf voelt hij - ondanks zijn joodse achtergrond - met niets een binding. 'Ik hoor nergens bij'.

Omdat ook een derde karakter beschreven moet worden, zal ik ook nog wat dieper in gaan op Philip. Philip is een Joodse Nederlander, die nu werkt voor de Israëlische overheid. Hij is gelooft heilig in het ideaal van een Joodse Staat en zou ook voor dit idee willen vechten en zou er zelfs zijn leven voor geven. 

Titelverklaring:

Leon de Winter koos voor zijn roman voor de titel God's Gym. Waarom De Winter die keus maakte, is niet helemaal duidelijk. Het fitnesscentrum van Godzilla speelt immers nauwelijks een rol in de roman. Maar misschien wil De Winter met deze titel zijn roman presenteren als een soort parabel.

In God(zilla)'s sportschool getroosten mensen zich grote inspanningen om er mooi uit te zien, te imponeren of hun gezonde levensduur te verlengen. 'Je krijgt een goddelijk lichaam bij ons', zegt God(zilla). Het is op de langere termijn onverbiddelijk een tijdelijk en ijdel doel. God's Gym kan dan gelezen worden als een metafoor. De sportschool als - in bijbelse termen - 'het strijdperk des levens', waarin de mens zich 'in het zweet zijns aanschijns' afbeult voor een tijdelijk gewin. Want tegen het Lot/God valt uiteindelijk niets te doen.

Er is verder geen ondertitel en motto, dus daar valt ook niks over te zeggen.

 

Keuzeopdracht:

Ik heb ervoor gekozen om voor dit boek een krantenartikel te schrijven. 

Los Angeles Times

Meisje (17) komt om na aanrijding.

Guus Boeren, 22 december 2000.

Eerder op de dag, heeft er een verschrikkelijk ongeval plaatsgevonden op de Pacific Coast Highway. Een meisje dat op weg was naar haar een lunch voor haar 17e verjaardag zat achterop de motor bij de eigenaar van ‘God’s Gym’. Door een oliespoor dat op de weg was achtergelaten door een bestelbus verloor de bestuurder van de Harley Davidson de controle en gleed de motor onderuit. Het meisje gleed onder een tegemoet komende Ford Explorer. Hoewel de hulpdiensten al binnen acht minuten ter plaatsen waren, overleed het meisje in het ziekenhuis aan haar verwondingen na al in een coma te liggen. Al deze feiten heeft de politie bevestigd tegenover deze krant.

‘De bestuurder van de Harley Davidson en van de Ford Explorer zijn allebei meegenomen voor verhoor’, aldus de politiewoordvoerder. Verder onderzoek naar de zaak loopt nog.

 

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb