Het hout

Auteur | Jeroen Brouwers |
Periode | Modernen: C. Na W.O. II |
Kleurstip | Blauw |
Plaats van uitgave | Amsterdam |
Jaar van uitgave | 2014 |
Vorm | Roman |

Inhoud:
Eldert Haman is leraar Duits in het jongenspensionaat Sint Jozef ter Engelen in Blijderhagen, diep in Limburg op de Duitse grens. Hij mag om kosten te besparen zijn intrek nemen in het gastenverblijf en kan na ‘schooltijd’ en in vrije weekenden op zijn fiets nog steeds deelnemen aan het leven buiten de muren van het klooster. Als later het gastenverblijf aan verbouwing onderhevig wordt rest hem de keus om buiten de poorten woonruimte te zoeken of zijn intrek te nemen in de orde. Hij kiest voor de laatste optie en legt een gelofte af, leven in het teken van armoede, gehoorzaamheid en kuisheid. Tevens moet hij afstand doen van zijn identiteit, vanaf dan gaat Eldert als broeder Bonaventura door het leven. Na zijn indiensttreding verliest hij langzamerhand het contact met de buitenwereld en ook alles wat daar bij hoort. Geen salaris meer (want niet nodig omdat hij kost en inwoning heeft), geen beschikking meer over zijn fiets, eigenlijk moet hij alles inleveren wat hem herinneringen geeft aan zijn leven van hiervoor.
Overal is buitenwereld. Ik zit hier. In het donker. In de dwangbuis van Franciscus die mijn huid raspt.
Broeder Bonaventura heeft al snel door dat er dingen in het klooster gebeuren die het daglicht niet kunnen verdragen. “Al wilde ik het niet zien, ik zag het en wist het voorgoed”. De jonge leerlingen worden onderworpen aan allerlei tuchtigingen die variëren van een afranseling met de strijkstok, schelden, vernederen en seksueel misbruik. Doordat broeder Bonaventura zich niet houdt aan de regels en te vertrouwd omgaat met de jongelingen, ze aanspreekt met hun voornaam bv en ze in bescherming neemt, kost hem dat zijn baan als leraar Duits. Hij wordt gedegradeerd tot kloosterfactotum en kostschoolsurveillant.
Als Bonaventura op een gegeven moment zoveel kiespijn heeft en hij in de ‘buitenwereld’ naar de tandarts moet mag hij met hoge uitzondering naar een katholieke tandarts in de stad. Daar ontmoet hij Patricia en samen vallen ze ten prooi aan de zonde met de x. Na terugkomst in het klooster wacht Bonaventura een 10 daagse recollectie in Germisch. Bonaventura komt tot bezinning in die 10 dagen en op de dag van het bezoek van de bisschop neemt hij een besluit, met dank aan Patricia die zijn drijvende plank bleek te zijn die hem terug bij zijn positieven sloeg.
Verdieping:
Het hout bestaat uit drie delen die met Romeinse cijfers zijn genummerd. Deze delen bestaan uit titelloze hoofdstukken, die ook niet genummerd zijn. Bonaventura is de ik-persoon en de verteller van het verhaal. Hier en daar wordt duidelijk dat hij het verhaal ook echt zelf opschrijft. 'Ik schrijf dit met een ding dat ballpoint heet, hier gebracht door onze bevrijders' (p. 88).
Het heden van het verhaal speelt tijdens de week voorafgaand aan Pasen wanneer Bonaventura eindelijk besluit het klooster te verlaten. Soms verwijst Bonaventura naar zaken uit het verleden die pas later in het verhaal in een flashback uitgelegd worden. Zo heeft hij het over 'Tricia', pas later in Het hout komt de lezer in een flashback te weten dat hij haar in de voorbije winter heeft ontmoet. Ook de entree van Mansuetus en Bonaventura's eerste kennismaking met 'het hout' staan beschreven in hoofdstukken die zich in het verleden afspelen. De delen II en III beginnen met een flashback.
Het verhaal speelt zich op enkele dagen af voor Pasen 1953. (nl. 8 jaar na de Bevrijding) Het eerste deel speelt op woensdag. Bonaventura zegt dat het "morgen witte donderdag is." Dat jaar valt Goede vrijdag op 3 april en dat houdt in dat het woensdag ervoor 1 april is.
Maar in deel II wordt een groot deel van het verhaal gewijd aan de komst van de verschrikkelijke broeder Mansuetus. Dat heeft plaatsgevonden in 1951. In deel III vertelt Eldert Haman over zijn ontmoetingen met Patricia Delahaye. Die vinden plaats in januari 1953.
Het decor is het jongensinternaat Sint Jozef ter Engelen, dat gesitueerd is in het afgelegenste zuidoostelijke deel van Nederland. Het ligt in de mijnstreek bij het mijnwerkersdorp Blijderhagen. Dat is natuurlijk een katholieke streek en Brouwers wil met dit boek het rooms-katholieke element van seksueel misbruik aan de kaak stellen. Juist in onze tijd kwam aan het licht dat vertegenwoordigers van die kerk vaak seksueel misbruik hebben gepleegd. Vrijwel het gehele verhaal speelt zich af op het internaat. Bonaventura wordt door zijn leidinggevende tien dagen naar een "gevangenis"in het Duitse Germisch gestuurd voor de straf dat hij het internaat zonder toestemming heeft verlaten.
Thema:
Brouwers schildert in Het hout het kloosterleven van een Franciscaner orde af als een totalitaire wereld waarbij de machthebbers een totale controle hebben over het leven van hun onderdanen. De belezen Bonaventura refereert zelfs aan Big Brother uit George Orwells Nineteen Eighty-Four. Voor individualisme is geen plaats, de regels zijn streng, de tucht is hard en de leerlingen worden misbruikt.
De grootste schurk is Mansuetus, niet voor niets een Duitser, want Bonaventura laat geen gelegenheid onbenut zijn bewind op één lijn te stellen met dat van de nazi's. Patricia houdt hem voor dat de 'fascistische systemen' (p. 205) binnen het klooster leiden tot 'gefrustreerde sexualiteit' en dus misbruik. Bonaventura zelf verbindt de uitwassen rechtstreeks met het christendom. 'Gefrustreerde hunker naar sexualiteit die leidt tot sadisme en nog meer, dat is wat samenhangt met het hout' (p. 58). Hij associeert de x uit 'sexualiteit' zelfs met het hakenkruis en het christelijk kruis. 'Dezelfde misdaden onder een ander symbool, ook gekruist als een x, maar rechtop' (p. 233).
Brouwers koos voor een hoofdpersoon die door het trauma van zijn weggevoerde vader de oorlog herbeleeft in het klooster: op een haast obsessieve manier stelt hij het nazisme en katholicisme op een lijn. Zo weet Brouwers een persoonlijk drama te verbinden met een bijzonder uitgesproken visie op het misbruikschandaal in de rooms-katholieke kerk.
Een van de twee grote thema's in deze roman van Brouwers is het seksueel misbruik dat door de broeders in het internaat in Limburg structureel wordt gepleegd. De oorzaak daarvan ligt meer dan waarschijnlijk in de regels van de Katholieke kerk, die mannen verbiedt omgang te hebben met een vrouw. Hun seksuele gevoelens kunnen ze niet bedwingen en het gevolg is allerlei misstanden die gepleegd zijn door vertegenwoordigers van de Katholieke Kerk. In het eerste decennium van de 21e eeuw kwamen veel slachtoffers uit de kast en hebben functionarissen van de kerk van het misbruik beschuldigd. het gebeurde namelijk op grote schaal en de Kerk was er alles aan gelegen om het deksel op de doofpot te houden. Brouwers doet met de inhoud van zijn roman mee aan de maatschappelijke discussie en beschrijft het misbruik op indringende wijze.
Het tweede thema is dat van het grote zwijgen omtrent het seksueel misbruik. De mensen die ervan wisten, hebben heel lang gezwegen. Ze durfden uit angst voor represailles niet te onthullen wat er binnen de muren van internaten en kloosters gebeurde. Dat was het grote zwijgen. Ook in de roman worden diverse citaten gegeven die met het zwijgen te maken hebben. Er wordt zelfs een tekst uit de Bijbel geciteerd: (blz. 166) "Wil blijft zwijgen, zodat ik opnieuw den: Zal ik? Maar ook ik houd mijn mond en bewaar zo mijn leven, want wie zijn lippen openspert, hem wacht het verderf. [Spreuken 13;3]" Patricia zegt tegen Eldert:"(blz. 204) Die paar misbruiken wel op een schandelijke manier hun macht over die ventjes en jij houdt net als de hele bende je mond erover dicht, want de macht van zo'n opperjurk strekt zich uit over de hele kwezelgemeenschap die uit schijtlaarzen en laffe apen bestaat. Jij bent medeplichtig, snap je dat?" Aan het einde snapt Eldert het inderdaad wel."(blz. 274) Dat moet de eerwaarde Glaudemans zijn, herder van de dorpsparochie. Goed doorvoed middelbaar gluiphoofd waarin een slappe wat scheefgetrokken mond te getekend. Ook hij moet worden aangeklaagd, jeugdmisbruik door de geestelijkheid moet al eeuwen aan de gang zijn en zal in stilte doorgaan, iedereen weet het maar houdt de lippen dicht want vreest de Gestapomacht van de kerk. En ook op blz. 275 : In de boog boven de deur naar de kapel staat Extra ecclesian nulla salus, dat er geen heil bestaat buiten de kerk. Heil dat woord alleen al, dat bestaat uit schaapse onderworpenheid en zwijgen. daarna gaat iedereen naar de hemel.
Personages:
Eldert Haman alias Bonaventura is opgevoed door zijn oom en tante, nadat zijn Duitse moeder is overleden en zijn vader door de Duitsers werd afgevoerd. 'Nooit teruggezien' (p. 71) vertelt hij kortaf, maar in de loop van zijn verhaal komt deze traumatische gebeurtenis terug. Hij verbindt de als een Duitse militair beschreven Mansuetus met de soldaten die zijn vader afvoerden. 'Aufmachen! Dat is al die jaren door mijn hoofd blijven spoken' (p. 113). Bonaventura vraagt zich het hele boek af wat hij doet in het klooster. Hij is niet gelovig en zou zijn broeders choqueren als hij al zijn blasfemische gedachten zou uitspreken. Pas als hij voor straf op missie naar Nieuw-Guinea gestuurd dreigt te worden, durft hij te kiezen voor zijn liefde Patricia.
Zoals in de roman wordt opgemerkt is Mansuetus ook de naam van een soort spin. Maar in het Latijn betekent het 'zachtmoedig, vreedzaam', een betekenis die dus zeer ironisch is, want in Het hout is het hoofd van de school de verpersoonlijking van het kwaad. Hij introduceert de mishandelingen op de school. 'De Rudolf Höss van Sint Jozef van Engelen' (p. 116) noemt Bonaventura hem. Höss was van 1940 tot 1943 de kampcommandant van Auschwitz. Het is maar een van de plaatsen waar deze knorrende 'broeder ever' met de nazi's in verband wordt gebracht.
Patricia is de directe volkse meid die in de wachtkamer van de tandarts valt voor de haveloze monnik die blootsvoets door de sneeuw loopt. Zij neemt het initiatief tot verder contact en neemt hem mee naar haar winkeltje in tijdschriften en kantoorartikelen dat ze na de dood van haar man alleen drijft.
Titelverklaring:
Het hout verwijst naar de lat waarmee Mansuetus de leerlingen tuchtigt. Bij zijn aankomst laat hij de eerste versie zien: 'Een handstoffer waar de veegborsteltjes uit waren verwijderd' (p. 117). Later wordt het de strijkstok van een cello. Bonaventura associeert het hout dan met het kruis: 'Alles hangt samen met het hout. Zoals Christus hangt aan het hout, al speelde hij geen cello' (p. 58).
Ook in het motto komt het hout terug. Dit komt uit het Bijbelboek Lucas:
'Want indien zij dit doen aan het groene hout,
Wat zal met het dorre hout geschieden?' (p. 5).
Deze woorden komen uit de mond van Jezus als hij op weg is naar Golgotha. Het 'groene hout' zou dan staan voor de onschuldigen, het 'dorre hout' voor de zondaars.
Keuzeopdracht:
Het hout
Hoewel oud
Ik ben er bang van
Waarom dan?
Het slaat
Hard en zacht
Het schaadt
Hard en zacht
Maak jouw eigen website met JouwWeb